Language:

Wat maakt een aanslag extremistisch of terroristisch?
Bron foto: Google, aanslag Utrecht 18 maart 2019
Aanslagen waarbij vermoedelijk een extremistisch of terroristisch oogmerk aan gekoppeld is, krijgen vaak veel aandacht in het nieuws. Zulke aanslagen krijgen doorgaans meer en intensievere aandacht dan andere nieuwsgebeurtenissen. Denk bijvoorbeeld aan steekpartijen of het inrijden met een auto op een menigte, gebeurtenissen die de laatste tijd regelmatig in het nieuws zijn.
Bepaalde factoren die aan een aanslag worden gekoppeld, doen vaak het vermoeden opleven dat het om een terroristische of extremistische aanslag gaat. De meest voorkomende factor is wanneer de dader een achtergrond heeft die gelinkt wordt aan het Midden-Oosten, wat in de berichtgeving extra nadruk krijgt. In sommige gevallen speelt ook het type aanslag een rol; zo worden bijvoorbeeld aanslagen waarbij met een voertuig op een menigte wordt ingereden, vaak direct aan terroristisch geweld gelinkt, zoals bij de aanslag op de kerstmarkt in Berlijn in 2016. Deze factoren, ondanks dat het motief op dat moment nog niet bevestigd is, zorgen ervoor dat er bij dit soort nieuwsberichten vaak al snel een maatschappelijke beeldvorming ontstaat over het extremistische of terroristische karakter van de aanslag.
De invloed van media en maatschappelijke beeldvorming
In deze blog wil ik niet ingaan op de redenen waarom bepaalde aanslagen wel of niet in het nieuws komen. Het is echter belangrijk te beseffen dat nieuws en andere mediaberichtgeving van grote invloed kunnen zijn op deze maatschappelijke beeldvorming. Begrijp me niet verkeerd: een aanslag, in welke vorm dan ook, is er één te veel. Tegelijkertijd is het van groot belang dat iemand gestraft wordt voor wat hij of zij daadwerkelijk heeft gedaan, en niet alleen op basis van het collectieve oordeel in de samenleving.
Sommige nieuwskanalen proberen de invloed van deze maatschappelijke beeldvorming te beperken door bijvoorbeeld de mogelijkheid tot reageren onder nieuwsberichten uit te schakelen. In het verleden is gebleken dat reacties onder nieuwsberichten soms klakkeloos worden geplaatst, waarbij sommige reacties zelfs strafbaar zijn vanwege racistische inhoud, maar belangrijker nog: de verdachte wordt in de publieke sfeer vaak al veroordeeld voordat een rechter uitspraak heeft gedaan. Dit fenomeen staat ook wel bekend als ’trial by media’, waarbij iemand door de samenleving al als dader wordt gezien, terwijl het formele juridische proces nog niet is afgerond.

Juridische beoordeling en de rol van de NCTV
De manier waarop een aanslag door de media wordt gebracht, ligt buiten mijn invloedssfeer en is ook niet iets wat ik met deze blog wil of kan veranderen. Of een aanslag daadwerkelijk als extremistisch of terroristisch kan worden bestempeld, is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen. In de periode voorafgaand aan een rechterlijke uitspraak verschijnen er vaak al veel details en ontwikkelingen in het nieuws, maar deze informatie is nog geen formele beoordeling. Met deze blog wil ik vooral inzichten en achtergrond bieden, zodat je als nieuwsconsument je mening kunt baseren op feiten en niet alleen op indrukken of emoties.
De centrale vraag die ik in deze blog wil beantwoorden is: wanneer spreken we nu echt van een extremistische of terroristische aanslag? In Nederland is er een overheidsinstantie die zich dagelijks bezighoudt met deze vraagstukken: de NCTV. De afkorting NCTV staat voor Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Deze organisatie is onderdeel van de Rijksoverheid en heeft als taak om het beleid rondom terrorismebestrijding, extremisme, cybersecurity en crisisbeheersing te coördineren. De NCTV analyseert dreigingen, adviseert de overheid, werkt samen met politie, inlichtingendiensten en internationale partners, en zorgt ervoor dat Nederland weerbaar blijft tegen uiteenlopende veiligheidsrisico’s. Daarnaast ontwikkelt de NCTV beleid, stelt dreigingsrapporten op en coördineert maatregelen om de samenleving te beschermen tegen verschillende vormen van extremisme en terrorisme.
Om te kunnen bepalen wanneer een aanslag als extremistisch of terroristisch wordt aangemerkt, is het belangrijk dat er duidelijke en eenduidige definities zijn. Dankzij deze definities kunnen overheidsinstanties, politie, justitie en media op eenzelfde manier beoordelen of een gebeurtenis binnen deze categorieën valt. Zonder heldere omschrijvingen zouden begrippen als ‘terrorisme’ en ‘extremisme’ te veel ruimte voor interpretatie laten, wat kan leiden tot verwarring of zelfs misbruik van deze termen. Daarom kijken we nu naar de officiële definities van terrorisme en extremisme zoals die door de NCTV zijn vastgesteld.
De officiële definities: Terrorisme en Extremisme
Wat is terrorisme volgens de NCTV?
De NCTV hanteert de volgende definitie van terrorisme:
“Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij ontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.”
Deze definitie benadrukt drie belangrijke elementen:
- Het ideologische motief: Terrorisme wordt altijd gepleegd vanuit een overtuiging, bijvoorbeeld politiek, religieus of anderszins ideologisch.
- Ernstig geweld of maatschappij-ontwrichtende schade: Het gaat om daden die direct gericht zijn op mensen of die de samenleving als geheel ontwrichten, zoals grootschalige vernielingen.
- Het doel: Het zaaien van angst, het afdwingen van maatschappelijke verandering of het beïnvloeden van politieke besluitvorming.
Een concreet voorbeeld van terrorisme is de aanslag op de tram in Utrecht in 2019. Hierbij opende een dader het vuur op willekeurige burgers, met als doel angst te verspreiden en mogelijk een politiek of religieus motief uit te dragen. Ook de aanslagen in Parijs in 2015, waarbij op verschillende locaties geweld werd gepleegd, illustreren hoe terrorisme niet alleen slachtoffers maakt, maar vooral de samenleving als geheel wil raken. Het strategisch inzetten van angst als wapen en het streven naar maatschappelijke of politieke verandering zijn hierbij kenmerkend.
Wat is extremisme volgens de NCTV?
De NCTV definieert extremisme als volgt:
“Extremisme is het uit ideologische motieven bereid zijn om niet-gewelddadige en/of gewelddadige activiteiten te verrichten die de democratische rechtsorde ondermijnen.”
In deze definitie staan de volgende aspecten centraal:
- Ideologisch motief: Ook bij extremisme is het handelen gebaseerd op een bepaald wereldbeeld of overtuiging, niet op persoonlijke, criminele of financiële motieven.
- Bereidheid tot handelen: Het gaat om de intentie om via activiteiten – gewelddadig of niet-gewelddadig – de democratische rechtsorde te ondermijnen.
- Ondermijning van de democratische rechtsorde: Dit kan bijvoorbeeld door het verspreiden van haat, het delegitimeren van de rechtsstaat, het oprichten van parallelle instituties, of het oproepen tot geweld.
Extremisme kan zich uiten in gewelddadige daden, zoals het fysiek bedreigen van politici of journalisten, maar ook in niet-gewelddadige vormen. Denk aan het structureel verspreiden van extremistische theorieën, haatzaaien of het verspreiden van desinformatie. Een voorbeeld is een groep die via sociale media oproept tot het boycotten of discrimineren van bepaalde bevolkingsgroepen, of het normaliseren van vijandbeelden. Ook het aanzetten tot geweld tegen overheidsinstellingen of politieke tegenstanders, zoals soms gebeurt bij extreemlinkse of extreemrechtse demonstraties, valt hieronder. Extremisme vormt zo een voedingsbodem voor radicalisering en kan in sommige gevallen uitmonden in terroristisch geweld, maar omvat ook ideologische strijd zonder direct fysiek geweld.
Van definitie naar juridische praktijk
De definities van terrorisme en extremisme, zoals hierboven beschreven, vormen het uitgangspunt voor politie en justitie bij het beoordelen van aanslagen. Deze definities zijn niet alleen richtinggevend voor het maatschappelijke debat, maar vooral ook voor de strafrechtelijke aanpak. Ze geven politie en het Openbaar Ministerie (OM) een kader om te bepalen wanneer iemand op verdenking van extremisme of terrorisme kan worden aangehouden, formeel beschuldigd en uiteindelijk voor de rechter gebracht.
In de praktijk zijn de wettelijke bepalingen rondom terrorisme en extremisme uitgebreider dan de kernachtige definities die door de NCTV worden gehanteerd. In het Wetboek van Strafrecht zijn specifieke artikelen opgenomen die terrorisme en aanverwante misdrijven omschrijven. Denk aan artikelen over het plegen van terroristische misdrijven, het voorbereiden of faciliteren daarvan, en het deelnemen aan of ondersteunen van een terroristische organisatie. Ook zijn er bepalingen die het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie strafbaar stellen, wat vaak onder extremisme valt. Deze wetgeving is de afgelopen decennia meermaals aangescherpt, mede onder invloed van internationale verdragen en de veranderende aard van dreigingen.
Het is aan de officier van justitie om op basis van het politieonderzoek de belastende feiten zorgvuldig te verzamelen en te presenteren aan de rechter. Dit betekent dat het OM niet alleen kijkt naar het gepleegde feit zelf, maar ook naar het motief, de voorbereiding, en de context waarin de aanslag heeft plaatsgevonden. De officier van justitie moet aantonen dat er sprake is van een terroristisch of extremistisch motief, bijvoorbeeld door het tonen van verklaringen, manifesten, communicatie met gelijkgestemden of andere aanwijzingen die op ideologische drijfveren wijzen.
De rechter beoordeelt vervolgens of de feiten en het motief voldoende zijn bewezen om tot een veroordeling voor terrorisme of extremisme te komen. Dit is een zorgvuldig proces, waarbij niet alleen de letter van de wet, maar ook jurisprudentie en internationale richtlijnen worden meegewogen. Nederland is gebonden aan internationale afspraken, zoals het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, en werkt samen met landen binnen de Europese Unie en daarbuiten om terrorisme en extremisme effectief te bestrijden.
Het is belangrijk te benadrukken dat de strafrechtelijke aanpak van terrorisme en extremisme in Nederland sterk is ingebed in de rechtsstaat. Verdachten hebben recht op een eerlijk proces, juridische bijstand en het recht om zich te verdedigen tegen de beschuldigingen. De rechter is onafhankelijk en moet zich baseren op het bewijs dat tijdens het proces wordt aangedragen. Pas wanneer het motief en de feiten onomstotelijk zijn vastgesteld, kan er sprake zijn van een veroordeling.
Naast de strafrechtelijke aanpak zet de overheid ook in op preventie en deradicalisering. Gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties werken samen om signalen van radicalisering vroegtijdig te herkennen en jongeren weerbaarder te maken tegen extremistische invloeden. De NCTV speelt hierin een coördinerende rol en ondersteunt lokale initiatieven met kennis, training en middelen.
Samenvattend vormen de wettelijke definities van terrorisme en extremisme het fundament voor de aanpak van deze ernstige misdrijven in Nederland. Ze bieden houvast aan politie, justitie en rechters, maar waarborgen ook dat iedere verdachte een eerlijk proces krijgt. Tegelijkertijd blijft het van belang om als samenleving alert en kritisch te blijven, zodat we niet alleen reageren op aanslagen, maar ook werken aan een weerbare en rechtvaardige samenleving.
Polarisatie, meningsvorming en je eigen rol
Het is belangrijk om nogmaals te benadrukken dat het juridische proces rondom verdenkingen van extremisme of terrorisme in Nederland uiterst zorgvuldig is ingericht. De waarborgen van de rechtsstaat zijn er niet voor niets: ze beschermen zowel de samenleving als het individu tegen overhaaste conclusies en onterechte veroordelingen. Toch is het in de praktijk vaak zo dat een publieke opinie over een aanslag razendsnel wordt gevormd, soms nog voor de feiten volledig bekend zijn of een rechter zich over de zaak heeft gebogen.
In deze snelle meningsvorming speelt polarisatie een steeds grotere rol. Polarisatie betekent dat groepen mensen tegenover elkaar komen te staan, vaak door tegenstellingen uit te vergroten of door het benadrukken van verschillen in plaats van overeenkomsten. In het debat over extremisme en terrorisme zie je dit terug wanneer mensen direct hun oordeel klaar hebben over een verdachte op basis van afkomst, religie of het type aanslag, zonder de volledige context of de juridische feiten te kennen. Dit kan leiden tot meer verdeeldheid in de samenleving, wantrouwen richting bepaalde groepen en het versterken van stereotypen.
Het tegengaan van polarisatie begint bij jezelf. Het is verleidelijk om, gevoed door emoties of de
toon van nieuwsberichten, snel een oordeel te vellen over een aanslag of een verdachte. Maar juist in deze situaties is het belangrijk om stil te staan bij de feiten zoals die bekend zijn gemaakt, en je oordeel uit te stellen tot er meer informatie beschikbaar is. Kijk daarbij niet alleen naar wat er in de media verschijnt, maar toets die informatie ook aan de officiële definities van extremisme en terrorisme. Deze definities zijn eenvoudig te vinden op de website van de NCTV, of door simpelweg te zoeken op “definitie extremisme NCTV” of “definitie terrorisme NCTV”. Door je bewust te zijn van deze kaders, kun je je eigen mening beter onderbouwen en voorkom je dat je meegaat in snelle, ongefundeerde veroordelingen.
Daarnaast is het verstandig om je niet te beperken tot één nieuwsbron. Media kunnen, bewust of onbewust, een bepaalde invalshoek kiezen of feiten op een specifieke manier presenteren. Door informatie over een aanslag uit verschillende bronnen te halen, krijg je een vollediger en genuanceerder beeld van wat er is gebeurd. Dit helpt niet alleen om feiten van interpretaties te onderscheiden, maar zorgt er ook voor dat je als lezer kritischer en weerbaarder wordt tegen polarisatie en vooroordelen.
Tot slot wil ik benadrukken dat het vormen van een mening over zulke gevoelige onderwerpen vraagt om openheid, geduld en bereidheid om je eigen aannames te toetsen. Door bewust te kiezen voor feitelijke informatie, meerdere perspectieven te overwegen en de juridische kaders te respecteren, draag je bij aan een samenleving waarin ruimte is voor nuance en rechtvaardigheid.
Hulp bij het analyseren van aanslagen
Als afsluiting wil ik kort stilstaan bij mijn rol als Radicalisering en Terrorisme Expert en wat ik op individueel niveau kan betekenen. Het is heel begrijpelijk dat je soms moeite hebt om een aanslag rondom extremisme of terrorisme goed te duiden. De hoeveelheid informatie, de emotionele lading en de complexiteit van de feiten kunnen het lastig maken om tot een heldere en objectieve beoordeling te komen.
Juist in zulke situaties kan ik als expert ondersteuning bieden. Mocht je geconfronteerd worden met een aanslag waarbij je twijfelt over de aard van de gebeurtenis, of wanneer je wilt weten of er daadwerkelijk sprake is van extremisme of terrorisme, dan kan ik de aanslag samen met jou analyseren. Hierbij maak ik gebruik van de officiële definities van extremisme en terrorisme zoals die door de NCTV zijn vastgesteld. Ik leg deze definities zorgvuldig naast de feiten van de aanslag, zodat we samen kunnen bekijken welke elementen relevant zijn en waar je op moet letten bij het beoordelen van de situatie.
Mijn doel is om je te helpen om tot een goed onderbouwde mening te komen, gebaseerd op feiten, juridische kaders en de juiste context. Door samen de feiten te wegen en te toetsen aan de juiste definities, krijg je meer grip op de aanslag en kun je je eigen oordeel beter staven. Dit helpt niet alleen om polarisatie en snelle veroordelingen te voorkomen, maar draagt ook bij aan een meer genuanceerde en rechtvaardige benadering van complexe vraagstukken.
Mocht je behoefte hebben aan deze vorm van ondersteuning, dan kun je eenvoudig contact met mij opnemen. Klik daarvoor op de button onderaan deze pagina. Ik help je graag verder bij het analyseren van aanslagen en het vormen van een gefundeerde mening.
